Related by context. Frequent words. (Click for all words.) 67 van het 64 moet 63 vier 62 Wir 61 daar 61 gaan 60 Dit 60 Auf 60 vir 60 kom 60 jaar 59 jy 59 worden 59 J'ai 58 jou 58 aan de 58 zal 58 dit 58 Wer 57 Het 57 Eine 57 andere 57 Nicht 57 Nieuwe 57 deze 57 esto 57 não 56 naar 56 hier 56 hebben 56 wieder 56 gaat 56 zo 56 steht 56 wordt 55 asi 55 uma 55 från 55 alles 55 vos 55 vd 55 voor de 55 geen 55 drei 55 Nach 55 noch 55 qed 55 pentru 55 weer 55 estas 55 uit 54 så 54 ami 54 te 54 voi 54 le le 54 bij 54 nou 54 zijn 54 dieses 54 mit der 54 es un 54 Sint 53 schon 53 mia 53 también 53 cara 53 är 53 dus 53 debe 53 der der 53 för 53 Tengo 53 haar 53 lange 53 Der 53 musique 53 Quiero 53 Woche 53 aan 53 ahora 53 sei 53 wir 53 eso 53 Je suis 53 poco 53 tema 53 jetzt 53 neue 53 están 53 maar 53 spel 53 nieuwe 52 En 52 soll 52 dieser 52 aber 52 voor 52 wenn 52 de sus 52 Ster